Italianen en de kunst van het leven
Italië staat in de top tien van de wereld als het gaat om de kwaliteit van leven. Tot gisteravond was het voor ons slechts een statistisch gegeven. Een Readers Digest uitspraak die voor ons geen echte betekenis had. Enrico bracht daar verandering in. Hij vroeg of wij zin hadden om zaterdagavond een cena, een diner, bij hem thuis bij te wonen. We werden om acht uur of daaromtrent verwacht, hij wapperde iets vaags met zijn hand. Daar gingen we, aan de veilige kant, om tien over acht, gewapend met een fles koude witte wijn. Italiaanse wijn. We werden begroet door een stoet familieleden en vrienden als de verloren zoon en dochter. Hun vragen onthulden dat ze door Enrico uitgebreid gesouffleerd waren. Het duizelde ons van de Gianni’s, Vincento’s, Marco’s en de vrouwelijke equivalenten. Sommigen omarmden ons, gaven zoenen; twee stuks hier. Ongeveer twintig mensen hadden zich tot onze verrassing op het erf verzameld,; verwachtingsvol ronddrentelend. De cena was – na de uitgebreide pranzo – toch niet meer dan een luchtig hapje, iets wat gemakkelijk verteerbaar is voor het slapen? Enrico begeleidde ons alvast naar de grote woonkeuken waar zijn vrouw Gina de regie in handen had. Uitnodigend stond daar een lange tafel, keurig gedekt. Onze gastheer legde uit hoe deze groep elk weekend bij elkaar komt. Iedereen brengt wat mee. Om half negen kwam iedereen binnen en werden wij in het midden van de groep aan tafel geplaatst. Precies op de scheidslijn tussen mannen en vrouwen, waarbij de vrouwen het dichtst bij de keuken zaten. Dat het vrouwenkiesrecht hier pas in 1945 werd ingevoerd wekt geen verwondering. Godzijdank hadden wij de afgelopen tijd geïnvesteerd in het leren van wat Italiaans. Opeens ging er een wereld voor ons open. De ruimte vulde zich met warmte, aandacht en bovenal – we dachten dat Nederland daar vooral een patent op had – gezelligheid. Geanimeerde gesprekken, die gevoerd werden tussen het opdienen van de gegrilde tomaten, kazen (van een kwaliteit die rijp is om de concurrentie met Gouda aan te gaan), sardientjes, quiches met artisjokken, brood. Ondertussen vloeide de wijn als kraanwater. De plastic bekertjes (het moet wel praktisch blijven verklaarde Gina) werden tot de rand gevuld. Enrico zorgde ervoor dat die van ons nooit halfvol werden. Opeens viel het woord antipasti. We hadden beter moeten opletten. Natuurlijk wisten we wel dat tijdens de pranzo na de antipasti de pasta kwam. Maar met een cena? Wat op tafel kwam sloeg onze ervaringen tot dusver op culinair gebied. Het bleek om eigengemaakte tagliatelle te gaan. Enrico zwol op van trots toen hij uitlegde hoelang Gina ermee bezig was geweest. Zijn handen kneedden het deeg en braken de eieren. Ondertussen overgoot Gina de pasta met een saus van eekhoorntjesbrood, en raspte zij de door Marco meegenomen witte truffels over het gerecht, dat met veel enthousiasme werd ontvangen. Ook door ons. We hebben nooit geweten dat twintig mensen zoveel geluid kunnen produceren. Na dit hoogstandje stonden onze knoopjes op lanceerstand. Enrico had al onze, eerlijk gezegd halfslachtige, protesten genegeerd en onze borden voor een tweede keer gevuld. Ondertussen werd er druk rondgescharreld in het domein van Gina. We bekeken de drukte met argwaan. Toch niet nóg meer voedsel? En ja hoor, nu was het de beurt aan il carne, het vlees, il secondo piatto, dit keer grote schalen met kippenvlees omringd door gebakken aardappelen. Als vegetariërs konden we met recht achterover leunen. Dat hadden we beter niet kunnen doen. Enrico schepte onze (nieuwe) borden vol met de aankleding. Ook hun aardappelen kunnen wat ons betreft mee in de kofferbak naar Nederland. Hiermee zou de cena wel zo ongeveer afgerond zijn, dachten we lodderig. We hadden verkeerd gedacht. Opnieuw werden er schalen aangerukt. Met gefrituurde kaasplakken en nieuwe quiches ditmaal. Speciaal bedacht voor die Hollandertjes die geen vlees eten. We wensten dat we een week vasten achter de rug hadden. Ondertussen gingen de gesprekken om ons heen verder. Gesprekken met een warmte en vrolijkheid die zijn weerga niet kent. Wij lagen ongeveer horizontaal op onze stoelen. Vanuit onze ooghoeken zagen we hoe een reusachtige watermeloen naar binnen werd gesjouwd. Eén van de mannen hanteerde, luid aangemoedigd, een slagersmes alsof hij een everzwijn attaqueerde. Weigeren zou natuurlijk niet kunnen. Gina wreef over haar buik en gaf aan dat het eten van meloen goed zou zijn voor de spijsvertering. Het was de lekkerste meloen die we ooit hebben geproefd. We namen een muizenhapje. Gina had nog een laatste verrassing in gedachten. Espresso met eigengemaakte citroentaart. Om half twaalf scharrelden we als mestkippen naar buiten. Als we nog twijfel hadden over wat de kwaliteit van het leven in Italië zo hoog maakt, dan is die nu weggenomen.
Of zoals Enrico het verwoordt: ‘’Per noi Italiani mangiare è molto importante.’’